De benaming transseksualiteit is misleidend omdat transseksualiteit niets met seks, maar alles met sekse te maken heeft. In toenemende mate wordt daarom gesproken over transen, transvrouwen (bij als man geborenen) of transmannen (bij als vrouw geborenen). Er zijn ook transseksuelen die zich transgender noemen. Transseksuelen die een geslachtsaanpassing hebben ondergaan noemen zich ook vaak gewoon vrouw of man , omdat zij zich vrouw of man voelen en geen transseksueel meer.
De belangrijkste kenmerken van MV transseksuelen zijn:
- Een aversie tegen het man-zijn, in het bijzonder wat betreft de geslachtskenmerken, maar ook wat betreft het als man functioneren en/of als man behandeld worden
- Een sterke wens vrouw te zijn, in het bijzonder wat betreft de geslachtskenmerken, maar ook wat betreft het als vrouw functioneren en het als vrouw behandeld worden
- Een sterk gevoel vrouw te zijn (vrouwelijke genderidentiteit).
- Een sterk gevoel geen man te zijn (geen mannelijke genderidentiteit).
Voor VM transseksuelen geldt uiteraard het omgekeerde.
Anders gesteld: transseksuelen identificeren zich volledig met het ’andere geslacht’, willen permanent als zodanig leven en daarvoor meestal medische geslachtsaanpassingen ondergaan.
De diversiteit onder transseksuelen is evenwel ook zeer sterk. De mate waarin de vrouwelijke of mannelijke identiteit dominant is varieert evenals de mate waarin men een aversie heeft tegen de eigen geslachtskenmerken.
Voor MV transseksuelen gaat het bij het dragen van vrouwenkleding niet om overschrijding van hun genderidentiteit, maar juist om bevestiging ervan. Het dragen van vrouwenkleding is voor hen niet spannend, maar juist ontspannend omdat het bij hen past. Voor VM transseksuelen geldt uiteraard hetzelfde ten aanzien van mannenkleding.
De aversie tegen de eigen geslachtskenmerken wordt in medische termen ook wel genderdysforie genoemd.
In geval van transseksualiteit is een geslachtsaanpassing meestal noodzakelijk. Indien de diagnose transseksualiteit door een psycholoog of psychiater is vastgesteld, dienen transseksuelen een jaar in de rol van het gewenste geslacht te leven alvorens voor geslachtsaanpassende operaties in aanmerking te komen. Gedurende deze zogenaamde real-life periode krijgt men al wel hormonen toegediend.
Transseksuelen die een volledige geslachtsaanpassing hebben ondergaan ervaren minder psychische problemen zoals depressiviteit dan transseksuelen die (nog) geen geslachtsaanpassing hebben ondergaan, zo blijkt uit een recent SCP-onderzoek onder transgenders.[2] De keuze voor een geslachtsaanpassing kan echter weer tot andere problemen leiden, omdat men door de geslachtsaanpassing wel beter bij zichzelf past, maar niet altijd beter bij de sociale omgeving. Echtscheiding komt relatief vaak voor omdat de vaak heteroseksuele partner geen homoseksuele of lesbische relatie wenst. Ook kinderen kunnen het moeilijk vinden de geslachtsaanpassing te accepteren.
Uit een recent CBS onderzoek onder 850 transseksuelen die in de periode 1995-2009 via de rechtbank hun geslachtswijziging hebben vastgelegd[3], blijkt dat vooral MV transseksuelen vaak alleenstaand zijn. Slechts één op de zeven is gehuwd. Van de VM transseksuelen is één op de vier gehuwd. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat hoewel transseksuelen relatief hoog zijn opgeleid hun besteedbaar inkomen relatief laag is.
Het bovengenoemd SCP onderzoek laat echter zien dat transseksuelen die een volledige geslachtsaanpassing hebben ondergaan, doorgaans minder eenzaam zijn dan transseksuelen die zich niet hebben aangemeld voor een geslachtsaanpassing of nog in transitie zijn
Uit de kast komen is indien men (nog) geen geslachtsaanpassing heeft ondergaan noodzakelijk, omdat ervoor kiezen in de gewenste genderrol te leven in feite de enige optie is.
Op grond van het aantal aanmeldingen voor geslachtsaanpassing bij het VUmc is in de jaren negentig berekend dat transseksualiteit bij 1 op de 11.900 mannen en 1 op de 30.400 vrouwen voor zou komen[4]. Volgens een meer recente publicatie[5] is in Nederland de kans dat een kind later transseksueel blijkt te zijn bij jongens echter 1:3600 en bij meisjes 1:6700.
Een belangrijk probleem is dat er in Nederland enorme wachtlijsten zijn voor een geslachtsaanpassende operatie. Men moet vaak bijna een jaar wachten op hulp. Vervolgens staan velen nog jaren op de wachtlijst voor een geslachtsveranderende operatie.
Vast staat dat een geslachtsaanpassende behandeling in geval van transseksualiteit vrijwel altijd leidt tot verbetering van de kwaliteit van leven.
Lees verder: Transgenderisten
Ga rechtstreeks naar pagina
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 of download de PDF [Download niet gevonden].