3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk is gekeken naar hoe empowerment van transgender ouderen op macroniveau (landelijk) kan worden gestimuleerd. Deelvraag 2 is hierin ondergebracht en luidt als volgt: Welke ontwikkelingen op macroniveau moeten worden gestimuleerd om de ‘empowerment’ van transgender ouderen, vooral personen die als man geboren zijn en nu als vrouw leven, in Nederland te bevorderen? Binnen dit hoofdstuk is ook ingegaan op welke invloed twee recente maatschappelijke ontwikkelingen hebben gehad op de levenskwaliteit van transgender ouderen: de (op-)komst van internet en de komst van de Transgenderwet (2014),
In paragraaf 3.2 zijn allereerst zes oplossingsrichtingen op macroniveau beschreven, die bijdragen aan een meer leefbare samenleving voor mensen die afwijken van de huidige gendernormen, en is ingegaan hoe deze kunnen bijdragen aan de empowerment van transgender ouderen. Deze paragraaf richt zich op transgender ouderen in het algemeen. Vervolgens zijn in paragraaf 3.3 en 3.4 de bevindingen over de invloed van de (op-)komst van internet en de komst van de Transgenderwet (2014) op de levenskwaliteit van transgender ouderen. Deze paragraaf richt zich specifiek op transgender ouderen die als man geboren zijn en nu als vrouw leven. Tot slot is in paragraaf 3.5 een samenvattende conclusie getrokken.
3.2 Empowerment van transgender ouderen op macroniveau: mogelijke interventies
In het Actieonderzoek Gendernormen van Cense, Emmen en Holla (2017) was gekeken naar hoe mensen (in alle diversiteit) omgaan met restrictieve gendernormen (zie binaire classificatiesysteem, paragraaf 2.1.6). De deelnemers mochten nadenken over mogelijke oplossingsrichtingen die de leefbaarheid binnen de samenleving voor mensen die afwijken van restrictieve gendernomen vergroten en kijken naar wie welke gendernormen opstelt, vanuit welke drijfveren en hoe daar verandering in zou kunnen worden gebracht. Uit het onderzoek kwamen zes oplossingsrichtingen voort, namelijk: de oplossingsrichting ‘Ouders en Gezinnen’, de oplossingsrichting ‘Taal’, de oplossingsrichting ‘Media’, de oplossingsrichting ‘Bottom-up veranderen’, de oplossingsrichting ‘Onderwijs’ en de oplossingsrichting ‘Overheid’(Cense et al., 2017). Deze zes oplossingsrichtingen zijn relevant voor dit onderzoek, omdat ze ook bijdragen aan de empowerment van transgender ouderen. Hieronder wordt één voor één besproken wat ze inhouden en hoe ze kunnen bijdragen aan de empowerment van transgender ouderen.
3.2.1 Ouders en Gezinnen
De oplossingsrichting ‘Ouders en Gezinnen’ (Cense et al., 2017) impliceert dat genderneutraal opvoeden met gelijke kansen voor jongens en meisjes nodig is voor de emancipatie en empowerment van personen die afwijken van de huidige gendernormen. Ouders moeten leren hoe ze de opvoeding niet in één richting sturen, door zich bewust te worden van hun (gendergestuurde) verwachtingen ten aanzien van hun kinderen en met hun eigen kinderen over seksualiteit te praten. Ook de omgeving moet de gendergestuurde verwachtingen niet faciliteren.
Transgender ouderen hebben de opvoeding van hun ouders al achter de rug en zijn daarmee al gevormd door een veelal ‘niet-genderneutrale opvoeding’. In die zin heeft deze oplossingsrichting, indien hierin actie zou worden genomen, geen invloed op de persoonlijke (gender-)identiteitsontwikkeling van transgender ouderen en daarmee het individuele proces van empowerment van de transgender oudere. Het is echter wel zo dat het nastreven van deze oplossingsrichting maatschappelijk gezien bijdraagt aan de ‘empowerment van transgender ouderen, omdat het bij kan dragen aan meer diverse gendernormen en meer bewustwording van genderdiversiteit. Op die manier kunnen transgender ouderen als het ware ‘meesurfen’ op de emancipatiegolf die door de jongere generatie wordt ingezet (zoals al eerder geconstateerd door Vennix, zie paragraaf 1.3.1).
3.2.2 Taal
De oplossingsrichting ‘Taal’ (Cense et al., 2017) impliceert dat het zoeken naar nieuwe taal helpt bij het oprekken van gendernormen en daarmee bijdraagt aan de emancipatie en empowerment van personen die afwijken van de huidige gendernormen (al hoeven er geen vaste oplossingen gevonden te worden); Praten over diversiteit als kracht en ingeburgerde genderneutrale voornaamwoorden (Cense et al., 2017).
In principe zou iedere individu invloed kunnen uitoefenen op de genderdiversiteit binnen taal, al vergt het wel taalkundig vermogen en verbale uitdrukkingskracht. Op macroniveau zouden de media en overheidsinstellingen kunnen bijdragen aan de empowerment en emancipatie van transgender ouderen door nieuwe taal te introduceren in het publieke domein. Zodoende schreef Paula Vennix (2017) in een artikel in de Transformatie (Nr. 34), naar aanleiding van een gesprek met auteur Tim de Jong, over de mogelijkheid tot het invoeren van een werkwoord ‘mannen’ en een werkwoord ‘vrouwen’. Binnen de oplossingsrichting ‘Taal’ is het belangrijk dat changemakers een podium krijgen (Cense et al., 2017). Dit betekent dat de mensen die normen willen veranderen een podium zouden moeten krijgen (Cense et al., 2017). Bijvoorbeeld dat Tim en Paula binnenkort mogen aanschuiven bij een willekeurige talkshow om ‘mannen’ en ‘vrouwen’ aan de man, vrouw en alles wat daar tussenin bestaat, te brengen.
Een ander concreet voorbeeld uit de praktijk van de oplossingsrichting ‘Taal’ is, zoals beschreven in paragraaf 2.1.7 van het historisch kader, toen de NS afgelopen zomer de begroeting van treinreizigers veranderde van ‘Dames en Heren’ naar ‘Beste reizigers’ (NS, 2017). Of dit een positieve verandering is, daar lijken de meningen nog over verdeeld te zijn, maar het heeft wel bijgedragen aan bewustwording over gendervariatie en het maatschappelijke debat over vraagstukken van genderdiversiteit aangewakkerd.
3.2.3 Media
De oplossingsrichting ‘Media’ (Cense et al., 2017) impliceert dat de media de empowerment en emancipatie van transgender ouderen kunnen bevorderen door een meer diverse beeldvorming te voeren. Immer zijn er meer diverse rolmodellen nodig als middel om verandering te bewerkstelligen.
Zoals eerder aangegeven in de aanleiding (paragraaf 1.1) worden transgender ouderen vrijwel volledig buiten de beeldvorming in de media gehouden. Rolmodellen en zichtbaarheid komen ook naar voren in de interviews die binnen dit onderzoek met de doelgroep en sociale professionals zijn gehouden (bijlage 6). Ook hier zou gestimuleerd moeten worden dat changemakers een podium krijgen. Een concreet voorbeeld uit de praktijk van deze oplossingsrichting is toen de zender BNN (2017) Ryanne van Dorst een platform bood om een programma te maken over geslachtelijke diversiteit en genderdiversiteit.
3.2.4 Bottom-up veranderen
De oplossingsrichting ‘Bottom-up veranderen’ (Cense et al., 2017) wordt ook genoemd in Actieonderzoek Gendernormen om de empowerment en emancipatie van transgender ouderen te bevorderen. Deze oplossingsrichting impliceert dat een beweging, die bestaat uit mensen die de normen willen veranderen, nodig is om de empowerment en emancipatie van transgender ouderen te bevorderen; Actie van onderop door vanuit de eigen invloedssfeer als rolmodel van diversiteit zichtbaar te zijn. De randvoorwaarden hiervoor zijn, bijvoorbeeld, steun van anderen, een beweging die je met anderen verbindt en een toekomstbeeld dat jijzelf samen met anderen leeft en voortleeft.
Dit is een oplossingsrichting die niet wordt ingezet op macroniveau maar hier wel kan worden gestimuleerd door deze de ondersteunen (randvoorwaarde ‘steun van anderen’) en het toekomstbeeld van de ‘bottom-up- verandering’ te ondersteunen (randvoorwaarde ‘een toekomstbeeld dat jijzelf samen met anderen leeft en voortleeft’) (Cense et al., 2017). Een concreet voorbeeld hiervan is het subsidiëren van projecten die de ontmoetingen tussen gelijkgestemden faciliteren of een platform bieden aan rolmodellen.
3.2.5 Onderwijs
Bij de oplossingsrichting ‘Onderwijs’ (Cense et al., 2017) worden genderlessen op scholen veel genoemd door de deelnemers van Actieonderzoek Gendernormen. Docenten moeten bewust worden gemaakt van verschillende gendernormen en het hokjesdenken naar leerlingen. Ook moet de diversiteit van docenten voor de klas groter worden gemaakt, wat kan worden gestuurd vanuit het personeelsbeleid van scholen.
Nu gaan transgender ouderen niet meer naar school, maar dit betekent niet dat ze niet meer met leeromgevingen in aanraking komen. Binnen veel verzorgingstehuizen bestaat er immers ook een activiteiten- en/of voorlichtingsaanbod, of bijvoorbeeld bij instellingen zoals een openbare bibliotheek. Binnen deze leeromgevingen zou er ook aandacht besteed moeten worden aan gendernormen en ‘hokjesdenken’ om een bijdrage te leveren aan ‘de groep die niet naar school gaat’. Onderwijs is wat deze scriptie betreft een te beperkt gebied; het zou om genderlessen binnen het domein educatie moeten gaan. Natuurlijk is ‘de jeugd de toekomst’, maar er bestaat ook nog een grote groep volwassenen en ouderen die ‘nooit te oud om te leren’ zijn en binnen een inclusieve samenleving niet mag worden vergeten.
3.2.6 Overheid
De oplossingsrichting ‘Overheid’ (Cense et al., 2017) impliceert dat een wettelijk kader nodig is, dat het oprekken van gendernormen moet stimuleren om de empowerment en emancipatie van personen die afwijken van de gendernormen te bevorderen. Dit kan door quota in te stellen, maatregelen te treffen die gelijke verdeling van zorg en werk mogelijk maken, registratie van ouders en registratie op basis van geslacht meer divers te maken en publieke ruimtes en overheidsinstellingen genderneutraal te maken. Hieronder wordt het belang van dit wettelijk kader uitgelegd en voorbeelden genoemd hoe dit op landelijk en gemeentelijk niveau zou kunnen worden geïmpliceerd.
3.1.6.1 Landelijk niveau
Een concreet voorbeeld van het oprekken van gendernormen binnen wettelijk kaders is het initiatiefwetsvoorstel om de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) uit te werken naar een versie die rekening houdt met diversiteit op het gebied van geslacht en gender. Mevrouw Ploumen van de PvdA verwoordt het belang van een wettelijk kader treffend in het Tweede Kamer debat over dit initiatiefwetsvoorstel:
Het mag dan wel een initiatiefwetsvoorstel heten en we hebben dan wel allerlei vragen rondom juridische implicaties, maar feitelijk gaat het over menselijke waardigheid, over het recht om te zijn wie je wilt zijn, over het recht om te zijn wie je bent en over de bescherming van dat recht. Daarom is dit zo’n belangrijk initiatief, omdat dat recht gestut wordt door wetgeving. Die bevestigt dat recht en dwingt dat af (Ploumen, persoonlijke communicatie, 5 juni 2018).
Kortom, een wettelijk kader stelt een norm die vervolgens in de samenleving kan worden afgedwongen. Door een kwetsbare groep specifiek te noemen binnen een wettelijk kader wordt het bestaansrecht van deze groep juridisch gewaarborgd en daarmee ook maatschappelijk.
3.1.6.1 Gemeentelijk niveau
Binnen de oplossingsrichting ‘Overheid’ (Cense et al., 2017) kan de empowerment van transgender ouderen op gemeentelijk niveau ook worden gestimuleerd. Zo geeft een gemeenteraadslid in een interview aan dat een gemeente dit in eerste instantie kan doen door een inclusief beleid te voeren. Inclusief zijn betekent hierin dat een gemeente inclusief is voor iedereen – dus niet alleen voor transgender personen – en dat politici daar binnen de politiek voor staan. Een inclusief beleid dat rekening houdt met genderdiverse mensen is bijvoorbeeld zichtbaar in de aanhef die boven brieven staat; of dat er binnen gemeentelijke computersystemen niet enkel een M of V als optie wordt gegeven, maar bijvoorbeeld ‘anders’ of helemaal niets, wanneer een geslachtsindicatie nodig wordt bevonden. Het geïnterviewde gemeenteraadslid vindt dat een overheid zich bewust moet zijn van de diversiteit die er binnen een samenleving bestaat en dit betekent dat binnen overheidsgebouwen en publieke ruimtes iedere burger zich welkom moet voelen; hoe divers diegene ook mag zijn. Dit kan een gemeente doen door publieke ruimtes en overheidsgebouwen toegankelijk te maken voor rolstoelen en alle toiletten genderneutraal te maken. Ook kan een gemeente dit soort kwesties stimuleren door hierover in gesprek te gaan met instellingen. Zo vormt een aanvraag van een bouwvergunning door een zorginstelling een perfect moment om het plaatsen van genderneutrale toiletten te stimuleren.
3.3 Maatschappelijke ontwikkeling op macroniveau: (op-)komst van Internet
Zoals beschreven in historisch kader (paragraaf 2.1.4 & 2.1.7) zorgt de (op-)komst van het internet, omstreeks 1995, ervoor dat ervaringsdeskundigen hun stem konden laten horen en herinneringen konden delen (Van Heesch, 2015). Hierdoor kon een sterkere ‘community building’ ontstaan (Bakker, 2018). In de interviews met de doelgroep is er gevraagd naar het gebruik van internet en de invloed die het had op het leven van de respondent (gerelateerd aan het ‘transgender-zijn).
Allereerst is internet van grote waarde voor transgenders als informatiebron. Alle respondenten geven aan positief te zijn over internet als informatiebron. Het belang van toegang tot informatie blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat van een respondent:
Ja, want begin jaren ‘90, toen had je nog geen internet, toen was ik ook echt wanhopig en voelde ik het ook, maar had ik er nog geen woorden voor. En heb ik, ja, het is een beetje naar om te zeggen, maar het hoort wel bij mijn verhaal, een paar keer met een vleesmes bij de keukentafel gestaan om mezelf dan maar te helpen.
Zoals het citaat laat zien, kon de respondent haar genderdysfore gevoelens niet plaatsen en er was nergens informatie over gendervariatie vinden. Dit dreef haar soms bijna tot het uiterste. Informatie werd met de komst van internet niet alleen beschikbaar in de vorm van ‘informatieve websites’ maar ook in het uitwisselen van ervaringen. Zo zegt een respondent: ’Als ik dan een probleem had, dan ging ik kijken en zag ik: ik ben niet de eerste. En kon ik zien hoe ze dat opgelost hadden. En toen kwam ik zelf ook, ik heb het zo gedaan’. Internet kon worden ingezet als middel voor (lotgenoten-)contact en het hiermee vinden van erkenning, herkenning en steun. Over internet als middel voor (lotgenoten-)contact zijn zes van de tien respondenten positief. ‘Ik ben niet de enige, ik ben niet apart en ik ben niet gek’, ontdekte een respondent toen ze in contact kwam met lotgenoten via internet. Er is echter ook een respondent die helemaal niets heeft met contact via internet; Ze beschrijft het als afstandelijk en geeft de voorkeur aan persoonlijk contact. Een andere respondent zegt internet niet zo veel te hebben ingezet als middel voor contact en een weer een andere respondent heeft zowel positieve als negatieve ervaringen: ze vond er in het begin veel herkenning en erkenning bij lotgenoten, maar is uiteindelijk in het online lotgenotencontact gestrand, omdat veel van hen naar andere dingen op zoek waren dan zijzelf.
3.4 Maatschappelijke ontwikkeling op macroniveau: komst van de transgenderwet (2014)
Ook eerder beschreven (paragraaf 1.3.2 & 2.1.6) is dat het met de komst van de Transgenderwet in 2014 voor transpersonen gemakkelijker werd om de geslachtsvermelding in de geboorteakte te wijzigen (Ministerie van Veiligheid en Justitie [V&J], 2014)). Ook naar dit onderwerp is in de interviews met de doelgroep gevraagd; de invloed van de Transgenderwet op de levenskwaliteit, keuze voor wel of geen geslachtsaanpassing en mogelijkheid tot het wel of niet veranderen van het ‘juridisch geslacht’. Hiervoor is ook in kaart gebracht welke respondenten een fysieke geslachtsaanpassing hebben ondergaan en welke respondenten juridisch het geslacht hebben gewijzigd. De uitkomsten hiervan zijn hieronder weergegeven in tabel 1.
Tabel 1: beknopte weergave antwoorden ‘invloed van de transgenderwet op de levenskwaliteit van transgender ouderen’.
Komst van de Transgenderwet | ||||||||||
R1 | R2 | R3 | R4 | R5 | R6 | R7 | R8 | R9 | R10 | |
Fysieke geslachts-aanpassing | Ja | Ja | Nee | Nog niet | Ja | Nee | Ja | Nee | Ja | Ja |
Juridische geslachts-aanpassing | Ja | Ja | Nee | Ja | Ja | Nog niet | Ja | Ja | Ja | Ja |
Invloed van de Transgenderwet op keuze voor de fysieke geslachts-aanpassing | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed |
Invloed van de Transgenderwet op de mogelijkheid tot juridische geslachts-aanpassing | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Geen invloed | Wel invloed | Geen invloed | Wel invloed | Geen invloed | Geen invloed |
Impact van de wettelijke geslachts-aanpassing | Positief | Positief | Positief | Positief | Positief | Positief | Positief | Positief | Positief | Positief |
Tabel 1 laat zien dat van de tien respondenten er zes een fysieke geslachtsaanpassing ondergaan hebben, één respondent is nog in het traject om een geslachtsaanpassing te ondergaan en drie respondenten hebben geen geslachtsaanpassing ondergaan. De redenen hiervoor lopen uiteen. Zo is het bij één respondent om medische redenen, één respondent weet nog niet of ze de volledige fysieke geslachtsaanpassing wil en één respondent heeft geen behoefte aan een geslachtsaanpassing.
Van de tien respondenten hebben er acht het juridische geslacht gewijzigd, één respondent geeft aan dit in de nabije toekomst te willen doen en één respondent zegt dit niet te hebben gedaan en is dit voorlopig ook niet van plan. De reden hiervoor is dat deze respondent vanwege haar fysieke gesteldheid geen lichamelijke geslachtsverandering kan ondergaan en hierdoor nog ‘in een mannenlichaam zit’. Ze is bang voor problemen wanneer werknemers van overheidsinstanties haar ‘mannelijke lichaam’ zien, terwijl ze geregistreerd staat als vrouw.
Alle respondenten geven aan dat de komst van de Transgenderwet geen invloed heeft gehad op de keuze voor de fysieke geslachtsaanpassing. Acht van de tien respondenten zeggen dat de komst van de Transgenderwet geen invloed heeft gehad op de mogelijkheid tot juridische geslachtsaanpassing. De andere twee geven aan dat dit hun mogelijkheid tot juridische geslachtsaanpassing wel heeft beïnvloed. Één van die twee respondenten weet nog niet of ze de volledige fysieke geslachtsaanpassing wil ondergaan en zou het jammer hebben vinden als met het besluit dit niet te doen haar juridische geslacht nooit aangepast zou kunnen worden naar vrouw. De andere van die twee respondenten zegt dat ze ‘echt heeft gewacht tot de Transgenderwet er doorheen kwam’ met het veranderen van haar juridische geslacht. Ze vond de eisen ‘geslachtsverandering ondergaan’ en ‘onvruchtbaar’ heel middeleeuws en weet niet zeker of ze dan wel voor de wettelijke erkenning van het vrouw-zijn zou zijn gegaan; ze denkt echter van niet, omdat ze waarschijnlijk niet voor een fysieke geslachtsaanpassing zou zijn gegaan om die wettelijke erkenning te krijgen.
Alle respondenten staan positief tegenover de Transgenderwet (2014). Allereerst betekent de juridische geslachtsaanpassing de wettelijke erkenning van het vrouw-zijn en daarmee voor veel van hen ook de maatschappelijke erkenning van het vrouw-zijn (in het geval van deze respondenten). Deze wettelijke erkenning vergroot tevens de weerbaarheid van transgender personen. Zo zegt een respondent:
Dat kan heel veel paniek geven bij iemand als het zo lang duurt voordat je wordt gerespecteerd als zijnde…. Je weet op een gegeven moment heel duidelijk voor jezelf: Ik ben vrouw, dat is duidelijk en zo wil ik gewoon aangesproken worden; klaar.
De wettelijke erkenning van het geslacht beschermt de transgender persoon in die zin tegen oneerbiedigheid en vormt de grondslag waarop iemand zich tegen onrecht ten gevolge van een ‘onduidelijke genderidentiteit’ kan verdedigen (of dit nou intentioneel is of een onschuldige vergissing).
Buiten deze vooruitgang op waarde niveau, betekent de komst van de Transgenderwet voor transgender personen ook simpelweg een vooruitgang in praktische zin. Kiest iemand er bijvoorbeeld voor om niet alle geslachtsveranderende operaties te ondergaan of moet diegene hier nog heel lang op wachten – terwijl diegene wel al in het ‘ware geslacht’ leeft – kan dit zo nu en dan voor vervelende situaties en zelfs problemen zorgen. Zo zegt een respondent dat het voor elke transgender persoon heel vervelend is wanneer iemand bijvoorbeeld als vrouw op vakantie gaat, door de douane moet en er nog een M in haar paspoort staat. ‘Al kan het de douanebeambte misschien niets schelen, het is voor de transgender persoon zelf een naar gevoel’, zegt de desbetreffende respondent.
Met de komst van de Transgenderwet kan een transgender persoon het juridische geslacht sneller wijzigen en is ‘het ondergaan van alle geslachtsveranderende operaties’ niet langer een eis om dit te kunnen doen. Dit laatste zorgt ervoor dat er minder druk ligt op de keuze van het wel of niet overgaan tot een fysieke geslachtsaanpassing en dat deze keuze minder binair is.
3.5 Voorlopige conclusie deelvraag 2
De oplossingsrichtingen ‘Ouders en Gezinnen’, ‘Taal’, ‘Media’, ‘Bottom-up veranderen’, ‘Onderwijs’ en ‘Overheid’ kunnen allemaal bijdragen aan de empowerment van transgender ouderen. De oplossingsrichting ‘Ouders en Gezinnen’ draagt hier indirect aan bij door het mogelijk maken van meer diverse gendernormen en het vergroten van bewustwording omtrent genderdiversiteit. De oplossingsrichting ‘Taal’ draagt hieraan bij, omdat het de gendernormen oprekt en (gender)diversiteit als een kracht uitdraagt. De oplossingsrichting ‘Media’ draagt bij, omdat meer diverse rolmodellen nodig zijn als middel om positieve verandering in het stigma van transgender personen te bewerkstelligen. De oplossingsrichting ‘Bottom-up veranderen’ draagt bij, omdat transgender personen hierin zichzelf empoweren en door zichtbaar te zijn zorgen voor meer diversiteit. De oplossingsrichting ‘Onderwijs’ draagt bij aan de empowerment van transgender ouderen wanneer dit breder wordt getrokken naar leeromgevingen; op die manier wordt het voor het deel van de samenleving dat niet (meer) naar school gaat ook mogelijk om op educatieve wijze bewust te worden van gendernormen en ‘hokjesdenken’. De oplossingsrichting ‘Overheid’ draagt bij, omdat wettelijke kaders nodig zijn om het oprekken van gendernormen te stimuleren. Kortom, alle zes oplossingsrichtingen dragen bij aan een verbetering van de levenssituatie van transgender ouderen. Dit doen zij door meer bewustwording te creëren over de variaties op het gebied van gender, wat ertoe leidt dat er meer gendervariatie kan bestaan en de samenleving meer leefbaar wordt voor transgender personen. Zo wordt een stap gezet in het bereiken van een inclusieve samenleving.
De (op-)komst van internet was van grote invloed op het leven van transgender personen, want ze kregen hiermee toegang tot informatie en konden hierdoor in contact komen met lotgenoten; lotgenoten vonden herkenning, erkenning en steun bij elkaar.
De komst van de Transgenderwet (2014) heeft de juridische geslachtsaanpassing voor transgender personen eenvoudiger gemaakt. De juridische erkenning van het behoren tot het geslacht man of vrouw vergroot de weerbaarheid van transgender personen en het is ook in praktisch opzicht een vooruitgang. Zo kon voorheen de M in het paspoort van een transgender vrouw, die niet de volledige fysieke geslachtsverandering had willen ondergaan voor heel wat opschudding zorgen bij de douane. Tot slot zorgt het wegvallen van de eis om eerst alle geslachtsveranderende operaties te ondergaan voordat het wettelijk geslacht veranderd kon worden ervoor dat er minder druk ligt op de keuze van het wel of niet overgaan tot een fysieke geslachtsaanpassing en dat deze keuze minder binair is.
Lees verder: Empowerment van transgender ouderen op mesoniveau