6.1 Inleiding
In dit hoofdstuk zijn de conclusies en aanbevelingen te vinden. Om de deelvraag te beantwoorden is eerst onderzoek gedaan aan de hand van 4 deelvragen. Allereerst zijn de deelvragen met hun conclusies beschreven (paragraaf 6.2). Daaruit voortkomend is daarna de slotconclusie beschreven, waarmee de hoofdvraag wordt beantwoord (paragraaf 6.3). Dan volgen de aanbevelingen aan de Vereniging Genderdiversiteit, die aansluiten op de slotconclusie (paragraaf 6.4). Tot slot is er een korte discussie die betrekking heeft op de resultaten (paragraaf 6.5).
6.2 Deelvragen & conclusies
Deelvraag 1: Hoe heeft het denken over gender(variatie) in medische, maatschappelijke en juridische zin, vanaf ongeveer halverwege de 19e eeuw tot en met ons huidige denken over gender(variatie) zich ontwikkeld?
Transgender ouderen groeiden op in een tijd waarin het denken over gender dichotoom was (M/V). Men diende zich te gedragen naar wat men per seksecategorie gepast vond en afwijken hiervan was een taboe. Dit was zichtbaar op juridisch gebied in wettelijke beperkingen voor transgender personen en op medisch gebied in de ‘beperkte’ medische protocollen die voorschreven elke vorm van wat sekse belichaamde en niet overeenstemde met een mannelijk-vrouwelijk patroon te ‘repareren’.
De tijdsgeest van de jaren ’70 bracht hier verandering in met nieuwe normen en waarden over individuele vrijheid, zelfontplooiing en zelfbeschikkingsrecht. De maatschappelijke normen met betrekking tot gender(variatie) werden ruimer en daarmee kwam ook de eerste transgenderhulp in Nederland op gang. In de maatschappelijke, juridische en medische wereld ontstond er langzaamaan meer bewegingsruimte voor transgender personen. Mede door de rol van het internet kon een sterkere ‘community building’ onder transgender personen ontstaan en door de beschikbare informatie op het internet en het contact met ervaringsdeskundigen, werden transgender personen autonomer en minder afhankelijk van zorgverleners.
Recentelijke uitkomsten van deze ontwikkelingen zijn de komst van de Transgenderwet (2014) en de initiatiefwet ter bescherming van transgender personen die in 2016 volgt. De ‘dichotome zorg’ maakt langzaamaan plaats voor zorg waarbinnen ook ruimte is voor mensen die zich ergens op het spectrum bevinden. De veranderingen in het denken over gender zijn anno 2018 doorontwikkeld naar het model van ‘The Genderbread Persoon’. Deze ontwikkelingen beginnen zich echter pas recentelijk te verankeren in de maatschappij. Zo is er zichtbaar meer aandacht voor het onderwerp gender binnen de media, politiek een maatschappij.
Deelvraag 2: Welke ontwikkelingen op macroniveau moeten worden gestimuleerd om de ‘empowerment’ van transgender ouderen, vooral personen die als man geboren zijn en nu als vrouw leven, in Nederland te bevorderen?
De oplossingsrichtingen ‘Ouders en Gezinnen’, ‘Taal’, ‘Media’, ‘Bottom-up veranderen’, ‘Onderwijs’ en ‘Overheid’ kunnen alle bijdragen aan de empowerment van transgender ouderen, omdat ze de gendernormen oprekken, bewustwording omtrent genderdiversiteit bewerkstelligen en bijdragen aan de zichtbaarheid van transgender ouderen in de samenleving. Dit doen zij door meer bewustwording te creëren over de variaties op het gebied van gender, wat ertoe leidt dat er meer gendervariatie kan bestaan en de samenleving meer leefbaar wordt voor transgender personen. Zo wordt een stap gezet in het bereiken van een inclusieve samenleving.
Deelvraag 3: Wat is het huidige aanbod ten aanzien van (na-)zorg met ‘empowerment’ als doel voor transgender ouderen, vooral personen die als man geboren zijn en nu als vrouw leven, in Nederland?
Er is zowel op landelijk als provinciaal niveau geen aanbod van transgender (na-)zorg dat zich specifiek richt op transgender ouderen. Er zijn echter wel geluiden dat een aanbod (na-)zorg dat zich specifiek richt tot transgender ouderen in ontwikkeling is. Ook wordt er wel algemene zorg geboden en zijn transgenders welkom wanneer zij ook vallen onder benamingen zoals ‘volwassen transgender persoon’, ‘LHBTI- oudere’ en of ‘werkzoekende transgender persoon’.
Deelvraag 4: Wat is de ervaring van transgender ouderen in Nederland, vooral personen die als man geboren zijn en nu als vrouw leven, op het gebied van empowerment?
De uitkomst van de ‘Empowerment Checklist’ (Chamberlin, 1997) schetst het beeld dat transgender ouderen hun (mensen)rechten ervaren en tevens ervaren een volwaardige plek in de samenleving in te nemen. Een verklaring voor de dissonantie tussen dit beeld en het beeld van ‘de kwetsbare transgender oudere’ is dat de transgender ouderen in dit onderzoek het proces van empowerment al grotendeels hebben doorlopen of achter de rug hebben, waardoor zij een hogere mate van empowerment ervaren en dat ook omgevingsfactoren hierbij een belangrijke rol hebben gespeeld. Strategieën van genderdiverse normen om met gendernormen om te gaan zijn:
- ‘actief sociaal verzet’,
- ‘eigen ruimte claimen’,
- ‘spelen met gender’,
- ‘navigeren door gendernormen’ en
- ‘aanpassen om veilig te zijn’.
Strategie 2, 4 en 5 zijn ook te herkennen in de identiteitsontwikkeling van de transgender ouderen in dit onderzoek. ‘Veerkracht’ en ‘Omgeving’ hangen samen met het proces van empowerment. De wensen en behoeftes van de transgender ouderen in dit onderzoek op het gebied van empowerment, zijn onder te verdelen in de categorieën: zichtbaarheid, het fysiek vormgeven van vrouwelijkheid, het medisch traject en verzekeraars, relatie, werk, ontharing, stem, oude dag, veiligheid, mobiliteit en specifieke hulpvragen.
6.3 Slotconclusie
De hoofdvraag van dit onderzoek luidde: Aan welke (rand-)voorwaarden moet het aanbod (na-)zorg van de Vereniging Genderdiversiteit voor transgender ouderen – vooral personen die als man geboren zijn en nu als vrouw leven – voldoen, zodat het bijdraagt aan de ‘empowerment’ van transgender ouderen in Nederland? Deze hoofdvraag kan op basis van het uitgevoerde onderzoek als volgt beantwoord worden:
- Een eerste voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg, gericht op transgender ouderen, is het bewustzijn dat geschiedenis een invloed heeft gehad op de identiteitsontwikkeling van transgender ouderen. De ervaring van afwijzing, onwetendheid en pathologisering die zijn weerga heeft op diepgewortelde overlevingsmechanismen en wantrouwen jegens de sociale omgeving, hulpverlening en maatschappij als systeem.
- Een tweede voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg gericht op transgender ouderen is kennis over de heersende gendernormen, de variaties die binnen de gendernormen bestaan, de weerga van de heersende gendernormen op de maatschappelijk positie van transgender personen en de mogelijke oplossingsrichtingen.
- Een derde voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg gericht op transgender ouderen is, dat het zich specifiek op transgender ouderen richt en ook op die manier in het aanbod zichtbaar is.
- Een vierde voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg gericht op transgender ouderen is, dat het uitgaat van ervaringsdeskundigheid van de deelnemers.
- Een vijfde voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg gericht op transgender ouderen is, dat het ingaat op zowel de persoonlijk empowerment van de deelnemers als de omgeving die in het proces van empowerment mee zal moeten worden genomen. Binnen ‘persoonlijk empowerment’ moet worden gewerkt aan veerkracht; met bijvoorbeeld uitgangspunten als ‘het niet innemen van een slachtofferrol’, de inzet van eigen ervaringen om anderen te helpen, de kracht van geven en het werken aan een constructieve kijk op het verleden. Binnen ‘het betrekken van de omgeving’ moet er rekening mee gehouden worden dat deze een kans biedt op positieve identiteitsvorming en rolverwerving, deze het ‘tweede trauma’ als gevolg van ‘de kracht van het geven’ probeert te vermijden, een warme plek is met groepen en steunfiguren en/of een mogelijkheid schept waarin de deelnemer kan ‘geven’.
- Een zesde voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg gericht op transgender ouderen is, dat het informatie geeft over verschillende strategieën om sociale verandering teweeg te brengen en/of de persoonlijke expressieruimte te vergroten.
- Een zevende voorwaarde voor een aanbod (na-)zorg gericht op transgender ouderen is, dat het aansluit op de behoeftes van transgender ouderen die zijn beschreven in dit onderzoek:
- Allereerst heeft de Vereniging Genderdiversiteit op gebied van ‘empowerment’ de rol van belangenbehartiger. De belangen van transgender ouderen die in dit onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn: het vergroten van de zichtbaarheid van transgender ouderen (door middel van rolmodellen), belangenbehartiging bij het medisch traject en verzekeraars (hieronder vallen ook de wensen en behoeftes op het gebied van ontharing), het verbeteren van de arbeidssituatie van transgender ouderen, belangenbehartiging bij de verzekering van een ‘heerlijke oude dag’ en belangenbehartiging op het gebied van veiligheid.
- Ten tweede heeft de Vereniging Genderdiversiteit de taak om projecten te initiëren en activiteiten te organiseren die zich richten op het vergroten van de weerbaarheid van transgender ouderen (veiligheid), het vergroten van de zichtbaarheid van transgender ouderen, het ondersteunen van de identiteitsvorming alvorens, gedurende en na de transitie, het faciliteren van mogelijkheden voor transgender ouderen om nieuwe relaties aan te gaan en het bijdragen aan een tolerante omgeving in verzorgingstehuizen (oude dag).
- Ten derde heeft de Vereniging Genderdiversiteit de taak transgender ouderen met specifieke, individuele hulpvragen door te verwijzen naar andere transgender-instellingen.
- Tot slot moet er – zoals één respondent heeft genoemd – worden opgemerkt dat bij het vormgeven van het aanbod moet worden rekening gehouden met de mobiliteit van transgender ouderen en er misschien meer naar de doelgroep toe zal moeten worden bewogen in plaats van andersom.
6.4 Aanbevelingen
In deze paragraaf zijn vijf aanbevelingen gedaan aan de Vereniging Genderdiversiteit waarmee ze kunnen bijdragen aan de empowerment van transgender ouderen.
6.4.1 Initieer rondreizende projecten die bijdragen aan ‘empowerment’ van transgender ouderen
Transgender personen wonen door het hele land en aangezien de mobiliteit op hogere leeftijd afneemt, is de eerste aanbeveling om rondreizende projecten te initiëren. Deze kunnen zich richten op bewustwording en dialoog, maar ook op versterking van transgender personen zelf. Twee voorbeelden van projecten over een kwetsbare groep, die zich richten op de bewustwording en dialoog zijn Oudkast en Tour d’Amour.
Beide projecten vertellen verhalen van roze senioren, brengen deze in beeld en zijn bedoeld om de kloof tussen roze senioren en niet-roze senioren te verkleinen. Het concept (van een rondreizend project) zou ook een andere invulling kunnen krijgen. Denk aan een pop-up markt waar met korte workshops, adviezen van professionals en/of producten, zoals bijvoorbeeld pruiken of pumps in grote maten. Om een dergelijk project te verwezenlijken zou de Vereniging Genderdiversiteit een samenwerking met een sociaal-cultureel ondernemer kunnen aangaan die hen helpt bij het ontwikkelen en realiseren van het project. Een dergelijk project zou met de periode van een jaar te realiseren zijn.
Websites: http://www.oudkast.nl/ & https://evelinevandeputte.com/trainingen/tour-damour/
6.4.2 Ga met verzorgingstehuizen in gesprek over ‘transvriendelijke vleugels’ of stel een plan op voor een ‘TransVerzorgingstehuis’
Een verzorgingstehuis speciaal voor transgender personen, waarom ook niet? Er moet natuurlijk wel behoefte aan zijn, dus dat zou eerst onderzocht moeten worden, maar het is zo gek nog niet. In Amsterdam bestaat bijvoorbeeld ook het Ramses Shaffy huis, die ‘oudere’ kunstenaars, artiesten en artistieke mensen met een sterke verankering in de wereld van kunst en cultuur een kunstzinnige woon- welzijn- en zorgomgeving biedt. Om een ‘transvriendelijke vleugel’ of ‘TransVerzorgingstehuis’ te realiseren is het verstandig om samen te werken met andere belangenbehartigers. Er is draagkracht en financiering nodig en een plek waar ‘de transvriendelijke vleugel’ of het ‘Transbejaardentehuis’ gerealiseerd kan worden. Een dergelijk project zou met de periode van drie jaar te realiseren zijn.
Website: http://www.ramsesshaffyhuis.nl
6.4.3 Zet een ‘buddysysteem’ op dat bijdraagt aan de empowerment van transgender ouderen
Deze aanbeveling komt voort uit het gesprek met een sociale professional. Hij gaf een voorbeeld van een buddysysteem waarbij transgender personen na een intakegesprek worden gekoppeld aan een buddy. Hoe de buddy ondersteuning biedt aan de transgender persoon is afhankelijk van zijn/haar behoefte. Dit idee sluit goed aan bij de bevindingen van dit onderzoek, omdat de invulling van de ‘buddyhulp’ bij kan dragen aan de individuele empowerment van de transgender persoon en tegelijkertijd de omgeving wordt betrokken bij het proces. Om zo’n project te verwezenlijken zou de Vereniging Genderdiversiteit een samenwerking met gemeentes kunnen aangaan die ze helpen met het vinden van buddy’s binnen de gemeentes. Het is ook een mogelijkheid dat de Vereniging Genderdiversiteit samen met de transgender persoon op zoek gaat naar een buddy vanuit haar eigen omgeving. Een dergelijk project zou met de periode van een jaar te realiseren zijn.
6.4.4 Start een YouTube Kanaal voor en door transgender ouderen
Deze aanbeveling komt voort uit het gesprek met een respondent. Ze vertelde dat ze ‘vlogs’ laatst ontdekt had en sindsdien erg heeft genoten van ‘trans vloggers’. Ze voegde toe dat ze hiertussen echter nog geen ‘oudere trans vloggers’ had kunnen vinden. Vlogs op een YouTube dragen bij aan de zichtbaarheid van transgender personen. Een YouTube kanaal opstarten kan snel en is gratis. Content creëren en video editing kost echter wel tijd en hoeveel tijd, is afhankelijk van de content en de content creators. Ervan uitgaande dat er iemand binnen het netwerk van de Vereniging Genderdiversiteit behendig is met YouTube en video editing, kan dit project binnen de periode van drie maanden gerealiseerd worden.
6.4.5 Doe vervolgonderzoek naar de empowerment van transgender ouderen
De laatste aanbeveling is om vervolgonderzoek te doen naar de empowerment van de doelgroep transgender ouderen. Dit onderzoek heeft zich gericht op een beperkte groep transgender ouderen, maar de groep transgender ouderen betreft een grote diversiteit van vele subgroepen die ieder unieke wensen en behoeftes hebben. Buiten de gerichtheid, zou ook vervolgonderzoek op grotere schaal kunnen worden gedaan. De onderzoeksgroep van dit onderzoek bestond uit tien respondenten; een te klein aantal om wensen en behoeftes in kaart te brengen die te generaliseren zijn voor de gehele doelgroep. Het vervolgonderzoek kan worden verwezenlijkt door studenten, maar ook door onderzoeksinstellingen als Movisie of Rutgers. Afhankelijk van de inzetbereidheid van de doelgroep, onderzoeksinstellingen en/of studenten zou er binnen twee jaar weer een nieuw onderzoek voltooid kunnen zijn.
6.5 Discussie
In dit onderzoek is een interviewschema en ‘empowerment checklist’ gebruikt, die is afgenomen bij tien respondenten. De werving van de respondenten is via publieke kanalen gegaan. Op basis hiervan kan worden gesteld dat een herhaling van het onderzoek mogelijk zou zijn. Er kan echter niet met zekerheid worden gezegd dat een herhaling van het onderzoek onder de doelgroep voor dezelfde resultaten zal zorgen. Dit zorgt ervoor dat de validiteit en betrouwbaarheid van dit onderzoek negatief beïnvloed zijn.
Uit de antwoorden van de ‘empowerment’ checklist bleek een hoge mate van empowerment bij transgender ouderen. Dit resultaat was niet in overeenstemming met de verwachting dat transgender ouderen een kwetsbare groep vormt die niet volwaardig is opgenomen in de samenleving. De mogelijke verklaring voor dit resultaat is, gevonden door de meting van de identiteitsontwikkeling van vroeger tot nu, dat de respondenten het proces van empowerment al grotendeels hebben doorlopen of achter de rug hebben. Deze verklaring wordt ondersteund door theorieën over veerkracht, omgevingsfactoren en overlevingsmechanismen met betrekking tot empowerment.
Het huidige onderzoek is een aanvulling op de bestaande literatuur over transgender ouderen, omdat er vrijwel geen onderzoek gedaan is naar deze specifieke groep. Op basis van dit onderzoek zouden transgender- en sociale onderzoeksinstellingen grootschaliger onderzoek moeten doen gericht op alle genderidentiteiten die op het spectrum bestaan.
Het huidige onderzoek is een aanvulling op de bestaande literatuur over transgender ouderen, omdat het een eerste inzicht geeft over de samenhang tussen empowerment van transgender ouderen op macro-, meso- en microniveau. Op basis van deze eerste inzichten zouden transgender- en sociale onderzoeksinstellingen vervolgonderzoek doen naar de wisselwerking tussen deze niveaus.