Bijlage 3.1: Empowerment Checklist (Chamberlin, 1997)
- Beslissingsvrijheid; Niemand kan zelfstandig worden, wanneer hij of zij niet de gelegenheid wordt geboden om belangrijke beslissingen in zijn of haar leven zelf te nemen.
- Toegang hebben tot informatie en tot hulpbronnen; De beste beslissingen worden genomen wanneer een persoon over voldoende informatie beschikt en de mogelijke consequenties van zijn keuze kan afwegen. Als de cliënt informatie wordt onthouden (“in het belang van de cliënt”) nemen zij soms verkeerde beslissingen en dit bevestigt dan weer de opvatting van hulpverleners over het “onvermogen” van cliënten op dit terrein.
- Keuzemogelijkheden; Echt kunnen kiezen over belangrijke zaken is wel wat anders dan het kunnen kiezen of je een hamburger of een hotdog wilt hebben.
- Assertiviteit; Het duidelijk opkomen voor jezelf, je wensen en je verwachtingen, helpt een persoon om dat te bereiken wat hij of zij precies wil. “Gewone burgers” worden door deze kwaliteit gewaardeerd. Assertieve cliënten worden vaak als “manipulerend” bestempeld.
- De mening van het individu is belangrijk; Hoop is een belangrijk element, zonder hoop zijn alle inspanningen zinloos. Het hebben en durven uitspreken van zijn of haar eigen mening, het accepteren van de omgeving van deze mening, geeft een persoon hoop.
- Kritisch leren denken i.p.v. geconditioneerd handelen (de dingen op een andere manier bekijken); Door het vertellen van je verhaal, het delen met lotgenoten, gaat de persoon op een andere manier tegen dingen aan kijken. Het automatisch handelen gaat dan veranderen in bedachtzaam handelen.
- Boosheid tonen en er mee om leren gaan; Het gedrag van cliënten die hun boosheid tonen, wordt vaak omschreven als decompensatie of controleverlies, ook wanneer de boosheid terecht is.
- Het belang van de groep en het gevoel er niet alleen voor te staan; Het groepselement is een belangrijke dimensie in deze definitie. Empowerment is niet iets wat alleen met het individu te maken heeft, maar ook met het zich verbonden voelen met anderen.
- Mensen hebben rechten; wanneer we ons van onze rechten bewust worden, voelen we ons sterker en meer zelfverzekerd.
- Veranderingen aanbrengen in het bestaan van individuen en groepen; Wanneer iemand zelf veranderingen in zijn of haar bestaan aanbrengt, beheerst hij of zij meer de situatie en heeft meer controle over de gebeurtenissen.
- Vaardigheden aanleren die het individu zelf belangrijk vindt; Wanneer iemand de gelegenheid krijgt om die dingen te leren die ze zelf willen, staan hulpverleners en soms zijzelf versteld van de vlotte wijze waarop deze nieuwe vaardigheden verworven worden.
- Ervoor zorgen dat anderen hun visie over de competentie en het oordeelsvermogen van cliënten wijzigen; Men gaat ervan uit, dat psychiatrische cliënten geen zicht hebben op hun eigen noden en er ook niet naar handelen. Wanneer iemand meer controle over zijn of haar eigen bestaan verwerft, vervagen deze stereotiepe opvattingen.
- Uit de kast komen; Mensen met psychische problemen proberen deze vaak zo lang mogelijk te verbergen. Mensen die het punt bereikt hebben waarop zij hun ware identiteit bekend kunnen maken, winnen aan zelfvertrouwen.
- Uit zichzelf groeien en blijven veranderen; Empowerment is niet de bestemming die men wil bereiken, maar de reis er naar toe. Er is geen einddatum waar groei en verandering ophouden.
- Stigma overstijgen en een positief zelfbeeld opbouwen; Iemand die empowered is, heeft meer zelfvertrouwen en is tot meer in staat. Hij of zij voelt zich beter in staat om aan het eigen leven inhoud te geven en dat leid dan weer tot een beter zelfbeeld. Het individu kan afstand nemen van de identiteit die werd ontleend aan het psychische etiket, of deze identiteit opnieuw definiëren en de positieve aspecten ervan meer op de voorgrond plaatsen.
Bijlage 3.2: Beknopte analyse van de identiteitsontwikkeling per respondent
Identiteitsontwikkeling | ||||||||||
R1 | R2 | R3 | R4 | R5 | R6 | R7 | R8 | R9 | R10 | |
Jeugd | Op de middelbare school realiseerde ze zich dat ze liever met de meisjes wilde spelen in plaats van meedoen aan het ‘stoere gedoe’ van de jongens. Ze trok op haar 12e al wel eens de panty van haar moeder aan.
|
Werd als kind heel erg ‘de jongenskant op gedrukt’ Ze vroeg zich af ‘waarom ben ik geen meisje?’ en haatte haar mannelijkheid. Haar vader gaf haar de plaagnaam Jurk en mishandelde haar psychisch en lichamelijk. Ze heeft haar gevoelens in haar pubertijd met haar tante gedeeld, maar die kon er niets mee. Ze is zelf informatie gaan verzamelen in de bibliotheek. Uiteindelijk is ze in een mannelijk rolpatroon gaan leven en heeft ze zich op haar opleiding gericht (HVS Elektrotechniek).
|
Werd wel als jongen opgevoed, maar haar ouders waren niet zo streng in de genderrollen. In 5 VWO voelde ze dat ze zich het liefst bij de meisjesgroepen aansloot; het gevoel had dat ze daar het beste tussen paste. Toen ze op het HBO zat merkte ze duidelijk dat ze een meisje wilde zijn.
|
Vond meisjeskleding op een gegeven moment veel interessanter dan jongenskleding. Ze trok dan ook soms de kleding van haar zus aan. Zo kwam ze erachter dat ze anders was dan anderen. Ze heeft dit aan haar ouders verteld en die reageerden door haar een hele zware jeugd te geven: haar vader mishandelde haar lichamelijk. Haar oudste zus liet hem nog wel eens stiekem haar jurk aandoen. De moeder van een van z’n vrienden bemerkte op een gegeven moment de mishandeling en probeerde hem te helpen; maar dit was tevergeefs.
|
Ze speelde vroeger al met poppen samen met haar buurmeisje. Ze speelde veel met meisjes; tikkertje, touwtje springen, elastieken, enzovoorts. In het geniep trok ze soms de kleding van haar zus aan en voelde op een gegeven moment dat dat niet sociaal wenselijk was. De eerste keer dat ze doktertje en zustertje speelde en de vagina van een meisje zag, dacht ze: “Dat is iets dat bij mij ook zo hoort.” Dit heeft ze allemaal voor zich gehouden, omdat ze er onzeker over was. Ze focuste zich op school en probeerde ‘een beetje met de jongens mee te doen’. Stiekem trok ze nog wel eens meisjekleding aan, was jaloers op haar nichtje in badpak, maar speelde voorderest ‘toneelspel’.
|
Op de lagere school was R6 zich voor het eerst bewust, dat ze anders was dan anderen. Het was niet dat ze dat zelf zo door had, maar wel iets wat haar ouders opviel. Toen ze 6 was, zijn ze voor het eerst naar de huisarts geweest, want ze wilde graag een pop en haar ouders vroegen dus aan de dokter wat ze daarmee aan moesten. De dokter gaf toen als advies om R6 gewoon een pop te geven als ze met een pop wilde spelen.
Op de lagere droeg ze soms de vermaakte trouwjurken van haar moeder. Ze is opgegroeid in een klein, behouden dorpje in Overijssel en had vroeger altijd vriendinnetjes. Ze was zich er van bewust dat ze anders was, maar kon in principe leven zoals ze wilde. Het kantelpunt is geweest toen ze op de middelbare school zat. Toen werd ze soms aangezien voor meisje en die situaties vond ze vervelend. Uiteindelijk kwam ze erachter dat ze op jongens viel en raakte ‘gender’ meer op de achtergrond.
|
Er is geen datum te noemen wanneer R7 het gevoel kreeg dat ze anders was dan anderen. Ze denkt dat het overgrote deel van de mensheid op een gegeven moment in zijn/haar leven het gevoel krijgt dat hij/zij anders is dan anderen, en dat kan van alles zijn: een andere tongval, een religie, wat dan ook.
|
Toen R8 4 of 5 jaar was, had ze al het idee: “Er klopt iets niet.” Ze kon het toentertijd niet benoemen. Ze had een oudere broer en die vond dingen leuk, zoals schieten en bouwen. R8 vond vooral haar moeders kledingkast interessant. Ze daar de enige was, maar zag wel dat ze andere dingen leuk vond dan haar broer. In het begin werd het wel gedoogd, maar op een gegeven moment werd het toch wel beschouwd als ‘sociaal niet wenselijk gedrag’. Ze merkte dat haar vriendjes en familie het wel een beetje raar vonden.
Vriendjes lachten haar uit, dus toen is ze dat in het vervolg stiekem gaan doen, als ze alleen thuis was. Ze heeft dit gedurende de basis- en middelbare school volgehouden. Op school ging het redelijk; ze kon heel goed toneelspelen. Haar vader was behoorlijk van de oude stempel en haar moeder had soms wel iets door, maar durfde er nooit het gesprek over aan te gaan. |
Kwam pas heel laat achter haar genderdysfore gevoelens. | Op vroege leeftijd had R10 al door dat ze anders was. In de pubertijd kregen haar vrienden vriendinnetjes en haar lukte dat niet. Ze realiseerde zich hierdoor dat ze anders omging met meisjes dan de andere jongens. Ze ging ook veel met meisjes om. R10 had het idee dat ze niet voldeed aan wat men van hem (toentertijd) verwachtte, omdat ze geen vriendinnetje had en daar ook geen behoefte aan had. Ze koppelde dat nog niet aan gender, want dat bestond niet in die tijd. Het was meer het gevoel dat er iets aan de hand met haar was, maar wat wist ze niet.
|
Volwassen | Ging werken op een boot en kocht toen wel eens seksboekjes. In die seksboekjes bekeek ze altijd de shemales. Dat vond ze wel raar van zichzelf. Ze is daardoor getriggerd en ging zich soms stiekem thuis verkleden in vrouwenkleding. Dat gaf haar ene heerlijk gevoel. Op een gegeven moment begon ze ook vrouwenkleding onder haar mannenkleding te dragen.
.
|
Ze heeft gewoon als jongen geleefd, maar ze merkte wel dat ze toch wat anders in elkaar stak dan de gemiddelde. Ze heeft boeken over het onderwerp verzameld maar had niet de moed er iets mee te doen. Ze heeft een Hbo-opleiding elektrotechniek gevolgd en is uitgegroeid tot zelfstandig projectleider. Ze heeft ondanks haar ‘privé gedachtes’ altijd goed toneel kunnen spelen en heeft tot haar 50ste bij haar moeder gewoond. Om haar te beschermen tegen haar vader. Bij een tentoonstelling heeft ze zelf vastgesteld dat ze transgender is en stappen ondernomen om hulp te zoeken en dit verder uit te zoeken.
|
Ze stelde op het HBO zelf vast dat ze vrouw was, maar wist niet wat ze daar verder mee aan moest; wat moest ze hiermee? Er was nog geen internet en daarmee ook niet de toegankelijkheid tot informatie men tegenwoordig kent. Op een gegeven moment realiseerde ze zich dat haar aantrekkingskracht tot vrouwen geen seksuele aantrekkingskracht was maar de aantrekkingskracht tot ‘het zijn van een vrouw’. Met de komst van internet, kon ze wel zoeken naar het onderwerp en kwam ze met lotgenoten in contact. Ze ging naar een ‘ontmoeting’ en dit vond ze heel spannend, maar het luchtte haar wel op om met lotgenoten te praten. | Ze is getrouwd om onder de controle van haar vader uit te komen. Hij had echter geregeld dat zij en haar vrouw een huis naast haar kregen. Het huwelijk liep stuk, wat ervoor zorgde dat ze weer thuis moest wonen. Vervolgens leerde ze een andere vrouw kennen en is met haar getrouwd om het huis uit te kunnen. Hij heeft uit dit huwelijk een zoon gekregen, maar het huwelijk liep stuk, omdat ze niet meer aan de huwelijkse voorwaarden kon voldoen. Hij heeft haar uiteindelijk verteld over haar gevoelens en hoewel ze het accepteerde, vond ze het jammer dat hij dit niet eerlijk had verteld.
|
Ze heeft eerst de LTS gedaan en daarna de LTS. Ze is op haarzelf gaan wonen en ging de ‘de uitgaanswereld’ in als vrouw. Ze identificeerde zich toentertijd als biseksueel. Ze kreeg een relatie en zag zichzelf als ‘het vrouwetje’ en haar vriendin als ‘het mannetje’. Ze zat echter wel heel erg ‘op de grens te drukken qua genderexpressie’ waardoor het huwelijk stuk liep. Uiteindelijk bracht een vriendin haar in aanraking met genderdiversitiet en viel alles op z’n plek. Ze is langzamerhand gaan ontdekken wat bij haar past en heeft zicht uiteindelijk aangemeld bij de VU.
|
Het gevoel van ‘anders-zijn’ werd continu bij haar aangewakkerd. Dit was vooral intern. Toen ze 20 was, kwam ze in aanraking met travestieten, maar had ze nog niet door dat dit voor haar aan de hand was. Ze identificeerde zich in die tijd als homoseksueel. Toen ze 24 was, heeft ze haar huidige partner ontmoet en zijn ze gesetteltd. Ze leefde als homoseksueel, maar altijd als ze iets van transgenders zag of een transgender persoon op straat zag, voelde ze de aantrekkingskracht. Ze was er toe aangetrokken, maar dacht iets van: “Hier ga ik niet over nadenken.” Zo heeft ze heel lang verder geleefd.
|
Ze herinnert zich dat ze 23 jaar was, net getrouwd, op haar bruiiloft de bruidsjurk aantrok en dat bracht nogal wat schrik teweeg bij haarzelf. Ze had het gevoel dat ze ‘heel voorzichtig moest zijn’ met dat gevoel, dat ze het niet zomaar met iedereen zou kunnen delen, omdat men het ‘verdacht’ zou kunnen vinden. Wat ‘verdacht’ betekende, wist ze zelf ook niet zo goed. 10 jaar geleden werd ze wakker uit een droom waarin ze pumps kocht. Ze vertelde dit aan haar toenmalige vrouw en toen was er ‘geen weg terug’. Ze identificeerde zich een tijd lang als crossdresser maar kon op een gegeven moment haar gevoelens van ‘vrouw-zijn’ niet meer ontkennen. | R8 ging studeren in Amsterdam en zag daar voor het eerst lotgenoten. Ze kreeg een vriendin en heeft haar gevoelens met haar gedeeld. Haar vriendin vond het leuk en fijn dat R8 zachtaardig en zorgzaam was, maar had er op een gegeven moment problemen met dat R8 zich soms als vrouw presenteerde; echter, ze hadden er afspraken over gemaakt. Vanaf de studententijd ging R8 af en toe naar T&T avonden van de Vereniging Genderdiversiteit. Haar vriendin vond dit niet leuk, maar zolang R8 haar rollen bleef scheiden, kon ze ermee leven. Het switchen tussen 2 identiteiten hield R8 niet vol. Ze hield het vol tot haar dochter en zoon oud genoeg waren om het te snappen. Toen is R8 haar vrouwelijke identiteit gaan introduceren. R8 heeft daar toentertijd geen hulp bij gezocht.
|
R9 heeft tussen haar 18e en 20ste levensjaar wel wat rare gevoelens gehad, die ze echter niet kon thuisbrengen. Op de middelbare school en haar studententijd is ze ‘gewoon als man’ door het leven gegaan en is verder ook nooit op zoek naar informatie gegaan. Geen van haar vrienden of familie toentertijd iets gemerkt. Op haar 29ste is R9 getrouwd en heeft 3 kinderen gekregen. Dit huewelijk is in 2009 beëindigd, omdat ze langs elkaar heen leefden. Daarna is R9 het gevoel van ‘anders-zijn’, dat ze vroeger had, gaan (op internet) uitzoeken. Ze is naar de huisarts gegaan. Ze vertelde over haar ‘rare gevoelens’. De huisarts stuurde haar naar een psycholoog en die heeft haar soorgestuurd naar specialistische hulp voor genderdysfore gevoelens.
|
Ze is opgeleid als timmerman en zat vroeg in het werkende leven; Ze was vroeg zelfstandig. Ze was met jongensdingen bezig aan de ene kant, maar hield totaal niet van sport. Ze heeft militaire dienst gedaan, maar had de behoefte om iets anders te doen; ze is op haar 21ste balletles gegaan. Haar ouders vonden prima; ze was verder heel zelfstandig. Iedereen vond het prima en accepteerde het. Zo leefde ze door en wilde op een gegeven moment graag een vrouw en kinderen. Ze werd erg door vrouwen- en meisjeskleren aangetrokken, maar dacht dat dit ‘met een vrouw en kinderen wel over zou gaan’. Ze trok stiekem vrouwenkleding aan, maar wist dat ze dit niet sociaal geaccepteerd was en er ook met niemand over zou kunnen praten. Ze had er voor zichzelf geen problemen mee, alleen naar de buitenwereld toe vond ze het lastig. |
Pijlers gender-dysforie | Een gevoel om te moeten overcompenseren.
Shoppen voor haar vrouw kon ze urenlang volhouden en ze wist precies de juiste combinaties vrouwenkleding te maken. Is verkracht en dacht heel lang dat haar afkeer jegens mannelijkheid daarmee te maken had. Identificeerde zich met vrouwen in films. Trok als kind de panty van haar moeder aan en vond dit fijn.
|
Ontdekte dat ze heel veel ‘vrouwelijke eigenschappen’ had.
Trok altijd naar meisjes toe. Ging steeds meer ‘universeel’ kleden. Zocht veel vakliteratuur op over transgender personen en transseksualiteit; en herkende zichzelf erin.
|
Het innerlijke meisje klopte de hele tijd aan. Zo van: “Hallo, ik voel mij een meisje.”
Kleedde zich ‘universeel’. Voelde zich heel erg tot meisjes en vrouwen aangetrokken (bijvoorbeeld bij het zien van ansichtkaarten).
|
Vond meisjeskleding veel interessanter dan jongenskleding.
Trok wel eens stiekem de kleding van haar zus en later haar stiefdochter aan.
|
Was als klein ‘jongetje’ als aangetrokken tot ‘meisjesdingen’.
In het geniep trok ze (van kleins af aan wel eens ‘meisjeskleding’ aan) De eerste keer dat ze een vagina zag, dacht ze: “Dat is iets dat bij mij ook zo hoort.”
|
Op de lagere school hadden haar ouders al door dat hun ‘zoon’ anders was; zo wilde ze graag met een pop spelen en vroegen haar ouders aan de dokter ‘wat ze hiermee moesten’.
Ze droeg vroeger soms de, door haar moeder, vermaakte trouwjurken. Zag er als een meisje uit en werd ook vaak als meisje aangesproken. Voelde de aantrekkingskracht tot transgender en transsekssualiteit, maar durfde hier nooit iets mee te doen.
|
Trok (als bruidegom) op haar bruiloft de bruidsjurk van haar vrouw aan en ‘schrok’ van het gevoel wat dit haar bracht.
Had een droom waarin ze pumps kocht voor zichzelf. ‘Verkleedde’ zich vaak in vrouwenkleding op feestjes.
|
Vond haar moeders kledingkast als kind heel interessant (kleding, schoenen, make-up, nagellak, enzovoorts).
Ook in haar pubertijd werd ze aangetrokken tot ‘meisjeskleding’. Zo werd ze ooit door haar vader ‘betrapt’ in een BH.
|
Merkte dat telkens als ze de stad in ging, ze uiteindelijk een lange tijd vrouwenkleding in etalages stond te bekijken.
|
Had op vroege leeftijd al door dat ze anders omging met meisjes dan ‘de andere jongens’.
Werd tot vrouwen- en meisjeskleding aangetrokken, maar dacht dat dit met ‘het krijgen van een vrouw en kinderen wel over zou gaan’. Trok wel eens stiekem vrouwenkleding aan.
|
Diagnose | Is psychisch ‘in elkaar gezakt’ en toen naar de huisarts gegaan; die heeft haar doorgestuurd naar een psycholoog en die heeft genderdysforie vastgesteld. Toen heeft ze zich aangemeld bij de VU; waar genderdysforie is vastgesteld. | Ging naar een tentoonstelling over de intersekse conditie, heeft het er vervolgens met kennissen over gehad en is toen naar de huisarts gegaan. Vervolgens heeft ze zich aangemeld bij de VU; waar genderdysforie is vastgesteld.
|
Heeft voor haarzelf uitgevogeld ‘hoe het zat’ via internet en via contact met lotgenoten. Later heeft ze zich aangemeld bij de VU, waar genderdysforie is vastgesteld.
|
Kwam door zelfverwaarlozing en hartproblemen in het ziekenhuis terecht; wilde daar ‘de stekker eruit trekken’, tot ze haar verhaal deelde met een zuster. Werd vervolgens verliefd op een vrouw, waardoor haar genderdysfore gevoelens op de achtergrond raakten. In het huwelijk kwamen die gevoelens weer naar boven en toen is het huwelijk om die reden geëindigd. Toen ze weer op haarzelf woonde, is ze zich steeds vaker als vrouw gaan kleden, is op een gegeven moment naar de huisarts gestuurd en die heeft haar, na een jaar praten, naar de VU doorverwezen.
|
Haar LAT-relatie heeft haar op een gegeven moment gestimuleerd om haar genderysfore gevoelens uit te zoeken. Ze is naar de huisarts gegaan en doorverwezen naar de VU; waar genderdysforie is vastgesteld.
|
Kwam bij de GGZ terecht om aan haar depressie te werken en ‘iets te doen met haar homoseksualiteit’. In de gesprekken over homoseksualiteit kwam homoseksualiteit ter sprake en is ze doorverwezen naar een kleine stichting, omdat ze niet gelijk in het medische circuit terecht wilde komen. Na 1,5 jaar wist ze dat ze transgender is, wilde er in eerste instantie nog niets mee doen, maar heeft zich 1 jaar geleden toch aangemeld bij de VU om het traject in te gaan.
|
Is in eerste instantie naar een particuliere organisatie gegaan, de Psycho Informa Groep (PIG), omdat ze twijfelde over de VU; ze had het idee dat ze bij de VU een ‘kokerblik’ hadden. Bij de PIG is genderdysforie vastegesteld. Uiteindelijk is ze, om de reden dat ze haar behandeling anders moeilijk verzekerd kreeg, bij de VU terecht geomen.
|
Ze is voor het verkrijgen van de deskundigenverklaring, die nodig is voor de wettelijke geslachtsverandering, gebeld naar één van de psychologen die daarvoor is aangewezen. Ze heeft een afspraak gemaakt, kreeg een gesprek van 2 uur en vervolgens de deskundigenverklaring. Het was, buiten dat ze hiermee haar wettelijk geslacht kon wijzigen, ook fijn dat ze de bevestiging van het vrouw-zijn van een professional kreeg.
|
R9 heeft zich bij de psycholoog (na verwezen te zijn door de huisarts) aangemeld en na een x aantal gesprekken is haar gezegd, dat ze zich zou kunnen aanmelden bij de VU. | Toen ze realiseerde dat ze iets met haar genderdysfore gevoelens moest, is ze naar het RIAGG gegaan. Het RIAGG verwees haar door naar de NVSH; die hield toentertijd T&T avonden en daar is ze heengegaan. Uiteindelijk was het voor R10 toch niet voldoende om alleen op de T&T avonden als vrouw rond te lopen en is ze langzaamaan als vrouw ‘naar buiten toe getreden’. Op een gegeven moment heeft ze haar gevoelens gedeeld met een vriendin waar ze mee danste en die gaf haar het laatste zetje om zich aan te melden bij de VU. |
In transitie | Het wachten op medische hulp was erg lang en vervelend.
Het transitieproces was emotioneel zwaar en geleidelijk gegaan. |
Het wachten op medische hulp was erg lang en vervelend.
Het transitieproces was een moeilijke periode.
|
Is in eerste instantie zelf op zoek gegaan naar manieren om haar vrouwelijke identiteit vorm te geven.
Heeft haar transitieproces voornamelijk op eigen initiatief, individueel gedaan.
Vond bij lotgenoten erkenning en herkenning.
|
Is in eerste instantie zelf op zoek gegaan naar manieren om haar vrouwelijke identiteit vorm te geven.
Het wachten op medische hulp is vervelend. Ze is heel blij dat ze het traject van de VU in mag om fysiek een vrouw te worden.
|
Begon aan de fysieke geslachtsaanpassing en werd blij verrast door de resultaten.
|
Is net aan de transitie begonnen. Het frustreert haar dat alles langzaam gaat en ze veel moet wachten op hulp vanuit de VU.
De ‘tussenperiode’ is moeilijk, maar ze heeft zich hierbij neergelegd en krijgt steun van haar psycholoog en man. Ze heeft de behoefte haar verhaal te delen. |
De ervaring van R7 was bij de VU niet overwegend positief, maar ook bij de PIG verliep niet alles volgens wens.
|
Heeft haar transitieproces voornamelijk op eigen initiatief, individueel gedaan.
Ze vindt het vervelend dat ze uiteindelijk toch het medisch circuit in moest, omdat ze een hormoonbehandeling wilde en weer ‘van vooraf aan moest beginnen’.
|
In het begin vond R9 ‘het naar buiten treden als vrouw’ en het ‘onder cismensen bevinden’ spannend.
Ze vindt het niet erg als mensen zien dat ze transgender is, want ze heeft geen behoefte om het te verbergen. |
Vanaf toen is R10 echt als vrouw gaan leven.
|
Geslachtsaanpassing | Ja
Vond haar mannelijke geslachtsdeel op een gegeven moment niet meer bij haar lichaam passen.
|
Ja
Omdat ik van jongs af aan mijn geslachtsdelen heb gehaat. Het was echt een bevrijding: Alsof ik een lichaam van mij af stootte. Het hebben van een vagina hoort voor haar bij het vrouw-zijn.
|
Nee
Want Voor een geslachtsoperatie heb je een normaal BMI nodig en vanwege het antidepressum, antiopsychosivum, dat ze slikt, is ze veel te zwaar en medicijnen niet slikken is geen optie. |
Ja
Want ze heeft lang genoeg in het mannenlichaam gezeten, dat ze er nu helemaal voor wil gaan. |
Ja
Moest wel langzamerhand de mening e deur uitgooien dat ze ‘een gezond lichaam had en aan een gezond lichaam moet je niets doen’. Door de hormoonbehandeling vond ze haar mannelijke geslachtsdeel op een gegeven moment niet meer bij haar lichaam passen. |
Nee (nog niet)
Ze wil eerst afwachten wat die hormonen allemaal doen, weet wat er daarna allemaal mogelijk is, maar nog niet wat ze wil. Ze weet dus ook nog niet of ze een geslachtsaanpassing wil doen. Daar wil ze zich ook nog niet mee bezig houden.
|
Ja
Uiteindelijk heeft R7 voor een volledige geslachtsverandering geopteerd, omdat ze haar mannelijke geslachtsdeel ervaarde als iets dat niet in haar lichaam thuishoort. Het stoorde of kwelde haar soms zelfs.
|
Nee
Ze voelt zich geen man, omdat ze een mannelijk geslachtsdeel heeft. Ze heeft niet zo sterk, dat ze vindt dat haar mannelijke geslachtsdeel eraf moet. Ze vindt het echter wel belangrijk om erkend te worden als vrouw, maar de lichaamskenmerken bepalen niet haar gevoel.
|
Ja
Voor R9 stond het aan het begin van haar transitie al vast dat ze een volledige geslachtsverandering wilde. Ze voelde zich helemaal vrouw en wilde dat haar fysieke kenmerken daar ook bij zouden horen.
|
Ja
Toen ze eenmaal haar keuze had gemaakt om als vrouw door het leven te gaan, wilde ze ook echt de volledige transitie.
|
Na de transitie | Voelt zich nu de gelukkigste vrouw ter wereld.
|
Ze voelt zich nu compleet: Zo hoort het en niet anders.
|
Is oké met wie ze is.
|
Zit nog in het transitieproces. | Voelt zich bevrijd en een echte vrouw.
|
Zit nog in het transitieproces. | R7 vindt het fijn dat ze door het leven gaat als vrouw en geaccepteerd wordt als vrouw. Mocht iemand vragen naar haar verleden, dan is ze daar open over. R7 beschouwt zichzelf niet als transgender, maar als iemand met een transgender verleden. Ze is een vrouw met een transgender verleden.
|
R8 verdoezelt haar transgender verleden niet. Ze doet er ook niet moeilijk over als mensen ernaar vragen. Momenteel krijgt R8 alleen hormonen en is ze tevreden met haar lichaam.
|
Is oké met wie ze is.
|
R10 had altijd al een positief zelfbeeld, maar is wel veel opener sinds ze ‘uit de kast is’. Ze hoeft niets meer te verbergen en dit is een echte bevrijding.
|
Zelfbeeld | Positiever
Had vroeger een negatief zelfbeeld, maar omschrijft haar zelfbeeld nu als heel hoog.
|
‘Negatiever’
Kon zich ‘als man’ prima staande houden, maar voelt zich wel kwetsbaarder nu ze in haar ‘ware identiteit’ leeft.
|
Positiever
Had vroeger een negatief zelfbeeld, maar is nu tevreden met wie ze is
|
Positiever
Had vroeger een negatief zelfbeeld, maar is nu tevreden met wie ze is; keek vroeger in de spiegel en zag een vies en dik jongetje, kijkt nu in de spiegel en denkt: “Je mag er zijn.”
|
Positiever
Had vroeger een negatief zelfbeeld, maar is nu tevreden met wie ze is; keek vroeger nooit in de spiegel en nu de hele tijd.
|
Positiever
Had vroeger een negatief zelfbeeld, maar is nu gelukkig met haar keuze om de rest van haar leven als vrouw door het leven te gaan.
|
Positiever
Kan haar vroegere zelfbeeld moeilijk omschrijven, omdat haar mannelijke identiteit als toneelspel voelde. Nu voelt ze zich vrijer; hoeft niet op haar woorden en reacties meer te letten: ze kan haarzelf zijn.
|
Positiever
Was vroeger heel onzeker, stil en teruggetrokken en voelt zich nu bevrijd.
|
Positiever
Heeft een positief zelfbeeld nu ze als vrouw door het leven gaat.
|
Positiever
R10 had altijd al een positief zelfbeeld, maar is wel veel opener sinds ze ‘uit de kast is’. Ze hoeft niets meer te verbergen en dit is een echte bevrijding.
|
Veerkracht/ karakter | Zegt hier niets over. | Zegt hier niets over. | Sterke geest, sterke wil, bovengemiddeld intelligent; op die manier is ze er wel gekomen. | Zegt hier niets over. | Dat kan ik weer wel: als ik eenmaal de kans krijg om overeind te kruipen, dan.. | Zegt hier niets over. | Zegt hier niets over. | Dat je jezelf niet meer zo uit het veld laat slaan door anderen.
|
Zegt hier niets over. | Zegt hier niets over. |