In 2005 en 2006 hebben 386 Nederlandse en Vlaamse transgender personen deelgenomen aan een onderzoek naar de arbeidssituatie van transgenders [12]. In Transformatie is een samenvatting verschenen van de onderzoeksresultaten. Deze worden hieronder met enige aanvullingen weergegeven.
In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen MV’s (als man geborenen) en VM’s (als vrouw geborenen). Daarnaast zijn non-ops (transgenders die zich nooit voor een geslachtsaanpassing hebben aangemeld), pre-ops (transgenders die nog geen geslachtsaanpassing hebben ondergaan, maar zich daarvoor wel hebben aangemeld) en post-ops (transgenders die een geslachtsaanpassing hebben ondergaan) onderscheiden.
VM’s zijn in deze studie ondervertegenwoordigd. Hierdoor was het vaak niet mogelijk bepaalde aspecten van de arbeidssituatie van VM non-ops, pre-ops en post-ops met elkaar te vergelijken. Ook hebben te weinig werkloze VM’s aan het onderzoek deelgenomen om hun omstandigheden te schetsen.
Enige belangrijke bevindingen uit het onderzoek:
- Werkloze MV’s (maar waarschijnlijk ook VM’s) worden vaak bij sollicitaties afgewezen vanwege hun transgender achtergrond en vinden het vaak moeilijk een baan te vinden waar men als transgender wordt geaccepteerd. De hulp van (re-)integratiebureaus en (re-)integratieafdelingen van bepaalde instellingen is vaak te weinig afgestemd op de persoonlijke situatie van werkloze transgenders.
- Van transgenders die tijdens de sollicitatie open zijn over hun transgenderachtergrond maken transgenderisten en pre-ops relatief weinig kans. Dat geldt ook indien men niet overtuigend overkomt in de gewenste sekserol. Ook een crossgender expressie zonder lichamelijke geslachtsaanpassing vermindert de kansen bij een sollicitatie. MV’s hebben verder doorgaans minder kansen dan VM’s.
- De transgenderachtergrond is niet alleen voor werkloze, maar ook voor werkende transgenders vaak een carrièrebarrière. Transgenders zijn hierdoor in hogere functies ondervertegenwoordigd. Op het werk onvoldoende zichzelf kunnen zijn, discriminatie en gebrek aan acceptatie door collega’s kunnen daarbij een rol spelen. Dat geldt ook voor psychische problemen (depressiviteit, stress, gebrek aan zelfvertrouwen). Opvallend is dat vooral MV transgenders vaak een te mannelijk beroep kiezen, dat niet is afgestemd op hun transgender achtergrond. Ook durft men een andere werkplek met een betere baan vaak niet aan omdat men bang is daar minder door collega’s te worden geaccepteerd.
- Transgenders durven op het werk meestal niet uit de kast te komen. Dit geldt het sterkst voor non-ops. Vaak weet men niet of het management hun coming out zal ondersteunen. Men is vaak bang dan door collega’s te worden gepest. Minder dan een kwart van de transgenders verwacht dan dat het management hun zal steunen. De helft heeft daar geen idee over. Ter vergelijking: de helft verwacht wel dat het management homoseksuelen, vrouwen en allochtonen zal steunen bij negatieve opmerkingen.
- Transgenders die op de werkplek niet uit de kast durven komen, ervaren dit vaak als een last. Dit geldt in het bijzonder voor bijna alle MV pre-ops, maar ook voor twee op de drie MV non-ops. Niet uit de kast durven komen kan gepaard gaan met stress, angst voor ontdekking en niet zichzelf kunnen zijn. Voor post-ops speelt dat niet zo, omdat zij meestal gewoon zichzelf kunnen zijn zonder angst voor ontdekking.
- Indien men gekozen heeft voor geslachtsaanpassing (pre-ops) is openheid op den duur echter onvermijdelijk. Ook dan schuift een deel van de pre-ops de coming out nog voor zich uit tot dit niet meer mogelijk is. Pre-ops, die voor hun gewenste geslachtsaanpassing uitkomen, worden echter meestal door het management gesteund. Over het geheel genomen wordt ook hun geslachtsaanpassing door de meeste collega’s geaccepteerd.
- Transgenders (non-ops, pre-ops en post-ops) worden desondanks in vergelijking met de resultaten uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006[13] veel vaker dan anderen geconfronteerd met hinderlijk gedrag van collega’s.
- Genderroloverschrijdende expressie van mannen (make-up, vrouwenkleding, meisjesnaam, e.d.) wordt op het werk vrijwel nooit geaccepteerd. Ook van vrouwen wordt echter vaak verwacht dat zij zich conformeren aan de geldende genderrol.
- De attitude van mannelijke collega’s ten aanzien van transgenders is negatiever dan die van vrouwelijke collega’s. VM pre-ops worden hierdoor minder gemakkelijk op het werk als man tot de mannengemeenschap toegelaten. MV-transseksuelen worden gemakkelijker door vrouwen ‘opgenomen’.
- Veel transgenders passen niet in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’. Het genderdichotome denken en beleid op het werk (en in onze cultuur) leidt vaak tot psychische problemen doordat men onvoldoende zichzelf kan zijn.
- MV’s komen door een ‘mannelijke’ beroepskeuze vaak in een mannelijke werkomgeving terecht, waarin zij zich onvoldoende thuis voelen. Ook dit leidt tot psychische problemen.
- Diversiteitmanagement draagt bij transgenders in belangrijke mate bij aan een positieve werkbeleving en een goede verstandhouding met collega’s en leidinggevenden. Diversiteitmanagement bevordert ook de openheid van transgenders op het werk.
Lees verder: Verwijzingen
Ga rechtstreeks naar pagina
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 of download de PDF
Feiten over transgender mensen (3717 downloads)
.